Het EIB heeft in de Regio Amersfoort onderzoek gedaan naar mogelijkheden om de effectiviteit van de starterslening te verbeteren. Met de starterslening kunnen gemeenten met behulp van het Rijk potentiële woningkopers aan een woning helpen door een deel van de benodigde hypotheek op zich te nemen tegen aantrekkelijke rentevoorwaarden.
Het EIB concludeert dat het verruimen en harmoniseren van de regeling tot meer doorstroming op de woningmarkt en meer nieuwbouwproductie kan leiden. Vooral het openstellen van de regeling voor woningkopers van buiten de gemeente is hiervoor van belang. In gemeenten in Nederland waar geen vestigingseisen gelden, blijkt de regeling twee à drie keer zo vaak gebruikt te worden als in de Regio Amersfoort.
Iedere extra starterslening leidt tot twee à drie verhuizingen binnen de gemeente. Dit betekent 730 tot 1.000 extra binnengemeentelijke verhuizingen per jaar. Hier komen nog verhuizingen tussen de gemeenten en met gemeenten buiten de regio bij. De nieuwbouwproductie in de regio kan hierdoor met € 19 tot € 26 miljoen toenemen. Een eenduidige, regionale regeling leidt bovendien tot betere promotiemogelijkheden die het gebruik van de regeling verder kunnen vergroten.
Tevens wordt in de studie geconcludeerd dat de starterslening in de huidige woningmarkt, die wordt gekenmerkt door een groot aanbod van woningbouwlocaties, niet leidt tot prijsopdrijving. Dit komt omdat er eenvoudig nieuw aanbod op de markt kan komen, waardoor de hogere vraag kan worden opgevangen.
Tot slot heeft het EIB aanbevelingen gedaan op welke wijze gemeenten de financiële last van de starterslening kunnen verlagen.
Inlichtingen bij Michiel Mulder
t 06-28643853
mmulder@eib.nl
Van het rapport “Startersregeling Regio Amersfoort” is een PDF beschikbaar.