De bouwproductie is in het afgelopen jaar met 1½% gekrompen. Dit jaar zal de bouwproductie nog wat verder dalen met in totaal 3½%. In het licht van de forse krimp van de Nederlandse economie is de crisis in de bouw mild te noemen. Tijdens eerdere crises was de krimp in de bouwsector juist veel groter dan die van de nationale economie. Op middellange termijn zijn er goede groeiperspectieven voor de bouw, waardoor de productie in de periode 2022-2025 weer stevig kan aantrekken. Ook kan de werkgelegenheid na de dip dit jaar dan weer aantrekken tot niveaus die hoger liggen dan voor de coronacrisis het geval was.
Dit concludeert het EIB in de zojuist verschenen studie ‘Verwachtingen bouwproductie en werkgelegenheid 2021’.
Beperkte productiedaling in 2020
Na zes jaren van groei was in de bouw het afgelopen jaar sprake van een beperkte productiedaling van 1½%. In het licht van de forse krimp van de Nederlandse economie is deze ontwikkeling relatief gunstig te noemen. Tijdens eerdere crises ging de bouwproductie juist veel harder onderuit dan gemiddeld het geval was in onze economie.
Opvallende groei van de renovatiebouw in 2020
Meest opvallend in het afgelopen jaar voor de bouw was de stevige groei van de renovatie-activiteiten bij zowel de woningbouw als de utiliteitsbouw. Hierbij lijkt de bouw te hebben geprofiteerd van de verschuivingen in het bestedingspatroon. Nu uitgaven voor vakanties, reizen en horeca noodgedwongen moesten worden beperkt, werd een deel van deze vrijkomende middelen besteed aan investeringen in de eigen woning. Bij de utiliteitsbouw werd vooral meer verbouwd in kantoren en door opdrachtgevers in de semi-publieke sector. De nieuwbouw stond in beide sectoren wel onder druk in het afgelopen jaar. Zo daalde de woningnieuwbouw met bijna 10% en de utiliteitsnieuwbouw met 5%. Deze ontwikkelingen vloeiden echter vooral voort uit dalingen van de vergunningverlening die al voor corona waren opgetreden.
GWW-productie ook aangetrokken ondanks stikstof en corona
Ook in de grond-, water- en wegenbouw zijn corona-effecten tot op heden vrijwel uitgebleven en ook zijn nog weinig gevolgen van stikstof waar te nemen op de productie. De conjunctuurgevoelige investeringen vanuit opdrachtgevers in de markt (havens, telecom, energiesector) zijn het afgelopen jaar evenmin gedaald en in de energiesector zelfs betekenisvol gestegen.
Werkgelegenheid daalt in uren, nauwelijks in personen
Bij de lichte krimp van de productie is de werkgelegenheid ongeveer stabiel gebleven in personen. Alleen in uren gemeten is de arbeidsinzet gedaald.
2021: opnieuw beperkte krimp met een wat sterker verlies aan werkgelegenheid
Goed nieuws in het afgelopen jaar was niet alleen de ontwikkeling van de productie zelf maar ook van de ontwikkelingen die belangrijk zijn voor wat op korte termijn staat te wachten. Zo kan de woningnieuwbouw na een licht herstel bij de vergunningen en de nog altijd goed gevulde orderboeken dit jaar stabiliseren. Bij de utiliteitsnieuwbouw wijst de vergunningverlening nog wel op krimp dit jaar. Vanuit de groei bezien is het vooral de renovatiebouw die dit jaar terugloopt, wat vooral als een correctie moet worden gezien op de incidentele impuls voor de groei in 2020. Bij de infrastructuur wordt rekening gehouden met bestedingsbeperkingen vanuit gemeenten en met (voorlopig) lichte productiebeperkingen vanuit stikstof, zodat bij de grond-, water- en wegenbouw de productie in 2021 zal krimpen.
De werkgelegenheid staat dit jaar naar verwachting sterker onder druk dan in het afgelopen jaar. Dit hangt niet alleen samen met de wat sterkere teruggang van de productie dit jaar, maar wordt ook veroorzaakt door de vertraagde doorwerking van de productiedaling in 2020. In totaal loopt de werkgelegenheid dit jaar dan met 17.000 voltijdbanen terug, een verlies aan werkgelegenheid met 3½% .
Middellange termijn: sterke groeiperspectieven, maar veel onzekerheid
Op middellange termijn zijn de perspectieven voor de bouw gunstig. Grote woningbouwopgaven, hoge duurzaamheidsambities en belangrijke uitdagingen rond vervanging en onderhoud van infrastructuur bieden een uitstekend groeipotentieel. Bij benutting van dit potentieel kan de bouwproductie in de periode 2022-2025 met ruim 3½% per jaar groeien. De nieuwbouwproductie van woningen kan met gemiddeld 7½% groeien in deze jaren, waardoor het aantal opgeleverde woningen dan weer oploopt naar 75.000 tegen het eind van de periode. De totale bouw bereikt in 2025 hierbij een productievolume van € 84 miljard, wat bijna € 9 miljard hoger ligt dan het niveau in het afgelopen jaar. De werkgelegenheid kan ook weer toenemen van 444.000 dit jaar tot 481.000 in 2025.
De groeipotentie voor de bouw op middellange termijn is daarmee uitstekend, maar er liggen serieuze neerwaartse risico’s bij de mogelijkheden voor opdrachtgevers om de gewenste investeringen te kunnen realiseren. Niet alleen is er onzekerheid over de duur van maatregelen in het kader van corona, maar ook is het onzeker welke impact de coronacrises heeft op het weerstandsvermogen van getroffen bedrijven. Daarnaast is het de vraag of er na de sterke stijging van de staatsschuld voldoende ruimte in de overheidsfinanciën is voor de beoogde investeringen.
Het rapport kan via de website worden besteld.