Klimaatbeleid tegen het licht

Categorie:

Beschrijving

03.07.2019

Het Economisch Instituut voor de Bouw heeft de doorrekening van het klimaatakkoord voor de gebouwde omgeving, de mobiliteit en de verbonden infrastructuur de afgelopen maanden onder de loep genomen. Daarbij heeft de doorrekening van het Planbureau van de Leefomgeving (PBL) van het Ontwerp Klimaatakkoord (OKA) centraal gestaan. Aangezien het Klimaatakkoord dat vorige week bekend is geworden hier bijna volledig bij aansluit zijn de conclusies ook op dit akkoord van toepassing.

Welke vragen komen in het onderzoek aan bod?
Zijn de klimaatdoelen voor de gebouwde omgeving en de mobiliteit haalbaar en betaalbaar? Wat betekenen de doelstellingen voor de gebouwde omgeving voor de kosten voor eigenaren en gebruikers? Wat is de doorwerking naar de belastingbetaler? Welke kosten heeft het PBL in de beschouwing meegenomen? Zijn belangrijke kosten buiten beeld gebleven? En welke uitgangspunten zijn gehanteerd voor de berekeningen voor kosten en opbrengsten?

Gaan innovatie en andere wijzen van aanbesteden zorgen voor een flinke daling bij de kosten van de bouw- en isolatiewerkzaamheden? Welke opbrengsten zijn er voor woningeigenaren? Hoe ver kijken die vooruit en in welke mate is sprake van financieel onrendabele investeringen? En wat zijn de vooruitzichten bij de wijkaanpak en de ingrepen in de publieke ruimte?

Wat zijn de financiële gevolgen van een explosieve groei van elektrisch rijden? Hoe ziet de rekening eruit voor de automobilist en wat is de doorwerking naar de overheidsfinanciën? En wat betekent de overgang naar gasloos voor de gasbaten van de Staat, zowel tot 2030 als daarna?

Hoe kan worden aangekeken tegen (de kosten van) het klimaatbeleid tot 2030 als tussenstation op weg naar 2050? En, ten slotte, wat zouden de beleidsimplicaties kunnen zijn van de resultaten vanuit het onderzoek?

Van het rapport is een PDF beschikbaar.